PERSBERICHT: Aantal nieuwe hiv-diagnoses in Nederland blijft dalen
Het aantal nieuwe hiv-diagnoses in Nederland blijft dalen, zij het in beperkte mate. Dat bevestigen de nieuwste cijfers die vandaag door Stichting HIV Monitoring zijn gepresenteerd. In 2016 waren er ongeveer 820 nieuwe hiv-diagnoses.
De cijfers die vandaag online zijn gepubliceerd laten verder zien dat er met name onder mannen die seks hebben met mannen (MSM) een doorzettende trend is om in een eerder stadium van de infectie gediagnosticeerd te worden. Deze trend duidt erop dat er meer getest wordt op hiv. Dit is vooral te zien in Amsterdam. Hier worden MSM vaker vroeger in de infectie gediagnosticeerd dan in de rest van het land. Mogelijk is dit door toedoen van het H-TEAM-initiatief in de stad. In Amsterdam waren er bij 36% van de MSM aanwijzingen voor een recente infectie op het moment van het stellen van de hiv-diagnose, vergeleken met 22% bij MSM in de rest van het land. Ook had in Amsterdam 77% van de MSM ten tijde van de diagnose een meer intact immuunsysteem (CD4-aantal* boven 350 cellen/mm3), tegenover 58% in de rest van Nederland.
Ondanks deze bemoedigende cijfers voor MSM komen nog veel mensen met hiv pas laat in hiv-zorg, dat wil zeggen met een reeds verzwakt immuunsysteem (CD4-aantal onder 350 cellen/mm3) of zelfs aids. Dit was het geval voor 37% van de MSM, 63% van de andere mannen en 43% van de vrouwen.
In 2016 startte het merendeel van de mensen met hiv binnen enkele weken tot maanden na het stellen van de hiv-diagnose met behandeling. Dit is conform de huidige algemene richtlijn om meteen met behandeling te beginnen ongeacht de conditie van het immuunsysteem ten tijde van de hiv-diagnose.
Professor Peter Reiss, directeur van Stichting HIV Monitoring: “De doorzettende trend waarbij we minder nieuwe hiv-diagnoses zien, de diagnoses bovendien eerder worden gesteld en er sneller met behandeling wordt gestart, is bemoedigend. Er is echter geen ruimte voor zelfgenoegzaamheid, gezien het nog steeds onacceptabel hoge aantal mensen dat pas met een reeds verzwakt immuunsysteem in zorg komt. Er zijn aanvullende inspanningen nodig, goed afgestemd op de behoeftes van iedere groep, om het testen op hiv en het eerder vinden en behandelen van hiv ook te kunnen verbeteren. Samen met andere gerichte vormen van preventie, waaronder het hiv-preventiemiddel PrEP, is dit de enige manier om het aantal nieuwe hiv-infecties verder terug te dringen.”