PERSBERICHT: Dalende trend in aantal hiv-diagnoses in Nederland stopt

Dit blijkt onder meer uit de publicatie van het 2024 hiv monitoring rapport van stichting hiv monitoring (SHM), uitgebracht in de aanloop naar Wereld Aids Dag.

Nieuwe hiv-diagnoses
In 2023 zijn tot nu toe in Nederland 424 mensen gediagnosticeerd met hiv. Van de nieuwe hiv-diagnoses zijn er 242 (57%) gesteld bij mannen die seks hebben met mannen (MSM), 103 (24%) bij andere mannen, 66 (16%) bij vrouwen en 13 (3%) bij trans personen.

Tussen 2010 en 2020 is het aantal hiv-diagnoses in Nederland gedaald met 62%, namelijk van 1.157 naar 434. In 2021, 2022 en 2023 werden resp. 415, 426 en 424 nieuwe diagnoses gesteld, waarmee de dalende trend is gestopt.​​​

Professor Marc van der Valk, bestuurder stichting hiv monitoring: “We hebben een lange periode een sterke daling gezien in het aantal nieuwe hiv-diagnoses in Nederland. De stagnatie in de daling is opvallend. Dit is een indicatie dat bepaalde groepen in toenemende mate niet worden bereikt. Deze inzichten zijn essentieel om beleid te kunnen ontwikkelen om de juiste preventiemaatregelen in te zetten voor de juiste doelgroepen.”

Sociale en economische omstandigheden
Uit analyses blijkt dat mensen met hiv in Nederland vaker een laag inkomen1 hebben. In 2022 gaat dat om 23% van de mensen met hiv in zorg, tegenover 13% in de algemene populatie. Ook ontvangen mensen met hiv vaker een bijstandsuitkering in vergelijking tot mensen zonder hiv. Dit betreft 14% van de mensen met hiv versus 4% in de algemene bevolking. Mensen met hiv met een laag inkomen hebben twee keer zo vaak een niet onderdrukt virus en raken twee keer zo vaak uit hiv-zorg dan mensen met hiv met een hoog inkomen2.

Van der Valk: "Deze detailinzichten zijn van groot belang om te begrijpen voor welke groepen de zorg nog verder geoptimaliseerd zou kunnen worden. Hiernaast kunnen met deze data hopelijk gerichtere preventiestrategieën worden ontwikkeld. Dit is hard nodig om te zorgen dat het aantal hiv-infecties weer verder gaat dalen tot nul nieuwe infecties in Nederland”.

Leeftijd ten tijde van hiv-diagnose
Het aandeel jongere MSM (15-30 jaar) met een nieuwe hiv-diagnose is van 15% in 2002 gestegen naar 29% in 2023. Ook het aandeel MSM ouder dan 50 jaar met een nieuwe hiv-diagnose is gestegen, van 12% in 2002 naar 25% in 2023.

Late hiv-diagnoses
Van 1.225 mensen met een nieuwe hiv-diagnose tussen 2021-2023 is het ziektestadium ten tijde van de hiv-diagnose bekend. Bij 567 (46%) van deze 1.225 mensen betreft het een late hiv-diagnose*. Dit percentage is het hoogst bij andere mannen (64%) en bij vrouwen (57%).

Van der Valk: “Dat zoveel hiv-diagnoses in een laat stadium worden gesteld, is in een land als Nederland niet nodig. Wanneer een hiv-diagnose tijdig wordt gesteld, kan ernstige gezondheidsschade worden voorkomen. Ook is de levensverwachting dan bijna gelijk aan die van mensen zonder hiv. Bovendien kan iemand die een hiv-behandeling krijgt het virus niet meer overdragen.”

Van de 567 mensen met een late hiv-diagnose tussen 2021-2023 zijn er 203 (36%) binnen een jaar na diagnose als direct gevolg van de hiv-infectie opgenomen in het ziekenhuis. Hiervan zijn 13 (2%) mensen overleden ten gevolge van hiv/aids Van de groep mensen met een tijdige hiv-diagnose wordt slechts 21 (3%) opgenomen en overlijdt niemand ten gevolge van hiv.

Populatie
Eind 2023 telt Nederland naar schatting** 25.240 mensen met hiv waarvan er 22.557 gestart zijn met de behandeling met antiretrovirale middelen. Bij 21.753 (96%) van hen wordt het virus succesvol onderdrukt; zij kunnen het virus daardoor niet meer overdragen. Naar schatting weten 1.470 mensen niet dat ze hiv hebben. In 2023 zijn 25 mensen overleden aan de gevolgen van een vergevorderde hiv-infectie (aids).

Deze en andere data zijn terug te vinden in de samenvatting van het hiv monitoring rapport: www.hiv-monitoring.nl/2024

 

* Van een late hiv-diagnose is sprake indien het CD4-celaantal <350 cellen/mm3 is, en/of er een gelijktijdige aidsdiagnose is en de hiv-test niet wijst op een recent opgelopen hiv-infectie..

** Het aantal wordt geschat vanuit het aantal jaarlijkse nieuwe hiv-diagnoses, daarbij gebruikmakend van een methode aangeboden door het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC).

Laag inkomen door CBS gedefinieerd als: 120% van het sociaal minimum inkomen. De overheid bepaalt elk half jaar opnieuw wat het sociaal minimum inkomen is. Zie ook: www.uwv.nl/nl/toeslag/sociaal-minimum

2 Hoog inkomen door CBS gedefinieerd als: 300% van het sociaal minimum inkomen.

​​​​​​​